De Parijzenaren
eten net als wij drie keer per dag, het enige verschil is dat zij vaak tussen
de middag ook al een warme maaltijd nuttigen. De dag begint met le pétit-dejeuner (het ontbijt), vaak
afgekort tot pétit-dej. Voor iedereen
verschilt deze maaltijd natuurlijk, maar vaak geniet de Parijzenaar tijdens het
ontbijt van een café au lait (koffie
met melk) en een stokbroodje met boter en jam wat in de koffie wordt gedoopt. Af
en toe vervangen ze dit broodje door een croissant
of pain au chocolat.
In Frankrijk
werken de werkgevers met maaltijdbonnen, hiermee kunnen hun werknemers een déjeuner (lunch) nuttigen in een
restaurant. De Fransen lunchen ongeveer tussen twaalf en twee uur ’s middags. Omdat
ze meestal in een restaurant eten, hebben ze de mogelijkheid te bestellen waar
ze zin in hebben. Er wordt dan gekozen tussen een ‘kleine’ maaltijd, dus een soepje,
croque monsieur (tosti) of een stuk
quiche, en een ‘grote’ maaltijd, met een stukje vlees, frites en salade.
De laatste
maaltijd van de dag noemt men le dîner
(de avondmaaltijd). Vaak gaan de Fransen wat later aan tafel en brengen ze daar
ook meer tijd door dan wij in Nederland. Dit heeft te maken met de lange werkdagen
en het zachte klimaat; het is vaak nog te warm om aan het einde van de middag
te gaan koken. Zelfs op doordeweekse dagen eten de Parijzenaren vaak een
driegangenmenu, dat bestaat uit l’entrée/hors-d’œuvre (het voorgerecht), le plat principal (het hoofdgerecht) en le dessert (het nagerecht). L’entrée bestaat vaak uit een soepje,
stokbrood of salade. Vaak eet men bij het voorgerecht ook een stuk ‘lichte’ kaas,
zoals geitenkaas. Bij le plat principal draait het vooral om
het vlees. De meeste Parijzenaren halen dan ook een vers stuk vlees bij de
slager en ‘bouwen’ daar de rest van hun maaltijd omheen. Ze serveren er vaak pommes de terres, groenten of pasta bij.
In meer aan zee gelegen delen van Frankrijk is vis ook erg populair. Na het plat principal volgt het dessert. Frankrijk is een echt dessert-land, de Fransen zijn dol op
zoetigheden. Vaak wordt als tussengang voor het dessert nog een kaasplankje geserveerd, dit om de smaak van het
hoofdgerecht te laten verdwijnen voor het dessert
opgediend wordt. Vaak bestaat het dessert uit yaourt aux fruits (yoghurt met vruchten), gâteaux (kleine, zoete gebakjes) of dame blanche (vanille-ijs met chocoladesaus). Bij het diner komt vaak een karaf wijn en een
karaf water op tafel.
De Fransen
zijn dol op lekkere drankjes. Behalve wijn en koffie is er een groot aanbod
Franse dranken (non-alcoholisch en alcoholisch), hierbij kun je denken aan
Pernod, Ricard, Champagne, Crème de cassis en natuurlijk eau minérale (uit de Franse alpen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten